Net toen wielerfans dachten dat het weken – of zelfs maanden – zou duren voordat Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen weer in actie zouden komen, heeft het duo Alpecin-Deceuninck een inspirerende dubbele comeback gemaakt. Beide renners, beiden recentelijk uitgeschakeld door ernstige tegenslagen, hebben de verwachtingen overtroffen en een opmerkelijke comeback gemaakt, waarmee ze hun team nieuw leven inbliezen en fans over de hele wereld in vervoering brachten.
Nadat hij de Tour de France had verlaten vanwege ziekte, waren de eerste geruchten over Van der Poels toestand vaag. Sommigen vreesden een burn-out, anderen speculeerden op een blessure. Uiteindelijk bevestigde het team de schokkende waarheid: de Nederlandse wereldkampioen had een longontsteking opgelopen. Voor een renner die gedijt op explosieve kracht en meedogenloze aanvallen, had een luchtwegaandoening rampzalig kunnen zijn voor zijn zomerseizoen – of erger nog, voor het jaar.
Van der Poel gaf toe dat het een bittere pil was om te slikken. “Ik was in topconditie voor de Tour. Van die piek naar bedlegerig met koorts en pijn op de borst was beangstigend”, onthulde hij in een openhartig interview met de Nederlandse media. “Maar soms neemt je lichaam de beslissingen voor je.”
Nu, iets meer dan een week later, begint hij weer rustig te trainen. Een video die de ploeg deelde, toont hem terwijl hij in een gecontroleerd tempo fietst op de vlakke wegen vlak bij zijn huis, met een vastberaden maar voorzichtige blik op zijn gezicht. Zijn artsen blijven waakzaam en benadrukken dat een terugval hem aanzienlijk kan terugbrengen. Toch is Van der Poels terugkeer in het zadel – al is het maar voor een lichte training – een enorme psychologische overwinning.
Zijn coach, Kristof de Kegel, benadrukte dat het herstel geleidelijk zal verlopen. “Er is nog geen druk om terug te keren in wedstrijden. We laten Mathieus lichaam het proces leiden. Zijn terugkeer gaat niet alleen om prestaties – het gaat om gezondheid op de lange termijn.”
Even indrukwekkend is het verhaal van Jasper Philipsen, die minder dan een week geleden een angstaanjagende crash meemaakte tijdens een criterium. Videobeelden toonden hoe hij over het stuur vloog in een kettingbotsing met hoge snelheid. De Belgische sprinter landde onhandig en bleef enkele seconden roerloos liggen voordat hij, duidelijk verdoofd en met pijn, overeind werd geholpen.
Velen vreesden dat hij een gebroken sleutelbeen of schouderblad had opgelopen – veelvoorkomende blessures bij dergelijke crashes – waardoor hij de rest van het seizoen uitgeschakeld zou zijn. Maar na uitgebreide tests bevestigde het team dat Philipsen er vanaf was gekomen met diepe spierkneuzingen en geen breuken.
Verbazingwekkend genoeg zat hij binnen een paar dagen weer op de fiets – en niet zomaar voor een rustig rondje. Philipsen verraste de fans door zich bij een ander criterium in Ninove naast Van der Poel te melden, waarbij hij zelfs een paar snelle sprints wist te maken in de sprintzones. Hoewel hij niet voluit ging, werd zijn aanwezigheid alleen al gezien als een daad van verzet en vastberadenheid.
“Ik wilde niet dat angst me zou overvallen. Hoe sneller ik weer op de fiets stapte, hoe beter ik me mentaal zou voelen”, legde Philipsen uit. “De pijn is er, vooral ‘s ochtends, maar zodra ik begin te trappen, neemt de adrenaline het over.”
De ploegleider van het team, Christoph Roodhooft, kon zijn bewondering niet verbergen. “Deze twee renners vertegenwoordigen de spirit van dit team. Ze geven niet op. Ze komen terug. We hebben zware weken gehad, maar dit verandert de energie volledig.”
De comebacks komen op een cruciaal moment. Met de UCI Wereldkampioenschappen, de klassiekers aan het einde van het seizoen en meer criteriums in het vooruitzicht, hoopt Alpecin-Deceuninck beide renners snel weer op volle toeren te laten draaien. Maar de focus blijft liggen op gezondheid boven heldendaden.
Zoals Van der Poel het verwoordde: “Soms draait het bij overwinningen niet om het podium. Gewoon weer op de fiets stappen en weer vrij ademen – dat voelt als een overwinning.”
En voor Philipsen voelt elke pedaalslag nu als een geschenk. “Ik ben dankbaar – voor de fans, voor de artsen, voor mijn lichaam dat weer opkrabbelt. Valpartijen herinneren ons eraan hoe kwetsbaar deze sport is.”
Twee verhalen, één boodschap: veerkracht. De aanblik van beide sterren weer op de weg – zij aan zij, glimlachend, vechtend – is een herinnering aan de pure moed en menselijkheid achter de wielersport. Fans over de hele wereld zullen nauwlettend volgen, niet alleen voor wat ze nu op de fiets doen, maar ook voor hoe ze tegenslagen met moed, gratie en vastberadenheid hebben overwonnen.