Joseph De Cauwer was decennialang de kalme, ervaren stem achter enkele van de meest iconische momenten in de wielersport – van het dirigeren van Belgische nationale ploegen tot de vertrouwde analist en commentator waar fans zo van zijn gaan houden. Maar nu, aan het einde van een tijdperk, heeft De Cauwer het officieel gemaakt: hij neemt definitief afscheid van de wielersport.
En hoewel het nieuws een stortvloed aan liefde en smeekbeden opleverde om zijn beslissing te heroverwegen, zegt José dat de tijd rijp is – niet uit vermoeidheid, maar uit diepe persoonlijke reflectie.
“Ik blijf telefoontjes en berichtjes krijgen dat ik nog niet met pensioen wil”, gaf De Cauwer toe in een openhartig interview. “Het is overweldigend. Ik ben dankbaar. Maar er komt een moment dat je het gevoel hebt dat je alles hebt gezegd wat je te zeggen had – en dan is het tijd om naar de stilte te luisteren.”
De Cauwers commentaar, met name op de Belgische zender Sporza, werd meer dan achtergrondmuziek – het was een gids voor miljoenen. Zijn stem bracht perspectief, rust en emotie tijdens klassiekers, WK’s en chaotische Tours de France. Hij gaf niet alleen commentaar op koersen; hij vertaalde de ziel van het wielrennen.
“Er is geen haast. Er is geen schandaal. Alleen vrede”, zegt hij over zijn pensioen. “Ik wil stoppen voordat ik mezelf herhaal of mijn scherpte verlies. De sport verdient het beste van ons.”
Hoewel veel fans hoopten dat De Cauwer nog minstens één seizoen zou aanblijven, riep zijn recente afwezigheid van de commentaarcabine tijdens de start van de Tour vragen op. Helaas werden die beantwoord toen het nieuws bekend werd over de dood van zijn dochter Debbie, een tragedie die hem gebroken achterliet.
“Als je een kind verliest, verandert alles”, zei hij zachtjes. “Mijn liefde voor het wielrennen is niet verdwenen. Maar mijn hart is nu ergens anders op gericht – op familie, op genezing, op mijn grootvader- en vaderschap.”
Van zijn tijd als profwielrenner tot ploegleider en tot de door fans geliefde analist, heeft De Cauwer alle facetten van de sport gezien: triomf, schandaal, wedergeboorte. Zijn commentaar ging nooit over hype – het ging over waarheid, respect voor de renners en nuance.
Veel renners, waaronder Wout van Aert, Remco Evenepoel en zelfs Tadej Pogačar, hebben José’s impact geprezen en hem omschreven als “de wijze oom van het wielrennen” – iemand die de druk, pijn en poëzie van het peloton begreep.
Zelfs in de dagen na zijn aankondiging, zegt De Cauwer, staat zijn telefoon roodgloeiend.
“Oud-renners, jonge commentatoren, zelfs mensen uit het peloton – ze willen allemaal dat ik blijf, al is het maar voor één jaar. Maar ik heb mezelf altijd voorgehouden: vertrek als je er nog steeds van houdt. En dat doe ik. Maar ik weet ook dat het tijd is.”
Gevraagd naar wat hij na zijn pensioen gaat doen, glimlachte José alleen maar.
“Ik blijf fietsen. Ik kijk naar de wedstrijden. Misschien niet elke kilometer, misschien niet elke Tour. Maar het wielrennen zal me nooit verlaten. Ik zal alleen niet meer de microfoon vasthouden.”
Het wielrennen zal verdergaan – dat doet het altijd – maar de afwezigheid van José De Cauwer zal voelbaar zijn elke keer dat het peloton over kasseien, bergpassen of de eindsprint naar Parijs rolt. Zijn stem was de soundtrack van talloze herinneringen, en zijn wijsheid was een geschenk.
En hoewel hij misschien een stap terug doet, is één ding zeker:
Hij stopte niet omdat hij niets meer te geven had.
Hij stopte omdat hij ons al zoveel had gegeven.