Het WK wielrennen van 2025 werd afgesloten met veel drama, zware beklimmingen en emotionele triomfen. Maar voor wieleranalist en voormalig Belgisch bondscoach José De Cauwer bracht de finish meer vragen dan antwoorden, met name over de Belgische prestaties.
In zijn eerste gedetailleerde analyse sinds hij na een korte afwezigheid vanwege een persoonlijke tragedie terugkeerde naar het commentaar, prees De Cauwer het spektakel van de wedstrijd, maar hield hij zich niet in in zijn beoordeling van de tactiek van de Belgische ploeg. In een interview met Sporza analyseerde hij wat velen al hadden gevoeld, maar niet durfden te zeggen: België had de kracht, de vorm en de vuurkracht, maar was mogelijk te vroeg en te heet onder de voeten.
“De enige fout was gretigheid”, zei De Cauwer. “Ze wilden het te graag. Je zag het in hun bewegingen, hun tempo, hun vroege aanvallen. Het was geen gebrek aan kracht, maar een gebrek aan geduld.”
Het kampioenschap, georganiseerd in het bergachtige Zwitserse Zürich, was een van de meest uitdagende in de recente geschiedenis. Regen, meedogenloze hellingen en een slopende slotronde dwongen elke renner tot het uiterste. België had een team vol sterren aan het werk, onder leiding van Remco Evenepoel, Wout van Aert en opkomend fenomeen Cian Uijtdebroeks, die allen als potentiële winnaars werden gezien.
De Belgen waren vanaf het begin sterk in de wedstrijd, zetten een moordend tempo neer en dwongen andere landen tot actie. Maar toen het er echt op aankwam – in de laatste 20 kilometer – had het team weinig troeven meer over.
“Je wint geen wereldkampioenschap door de wedstrijd in het eerste uur te breken”, merkte De Cauwer op. “Je wint het door nog benen te hebben als alle anderen die al hebben verloren.”
Hoewel De Cauwer er niet in slaagde om individuen de schuld te geven, hintte hij wel op een dieperliggend probleem: emoties zouden het oordeel kunnen hebben vertroebeld.
Na de bijna-ongelukken van vorig jaar en de kritiek kwamen ze niet alleen gemotiveerd deze wedstrijd in, maar ook met iets om te bewijzen. Dat soort vuur is krachtig – maar gevaarlijk als je het niet onder controle houdt.”
De fans die Wout van Aerts agressieve rijstijl en Evenepoels vroege opmars zagen, voelden de urgentie. Het was spannend, maar misschien niet efficiënt.
Ondanks de kritiek was De Cauwer er stellig van overtuigd dat de Belgische renners respect verdienden, geen spot.
“Ik zie liever een team falen omdat ze te hard hebben gevochten dan omdat ze het niet hebben geprobeerd. De spirit was er. De vorm was er. Ze vergaten alleen dat het WK geen klassieker is – het is een schaakpartij op wielen.”
Hij prees ook de uiteindelijke winnaar (naar verluidt Tadej Pogačar, hoewel De Cauwer hem in dit onderdeel niet specifiek noemde) voor “het rijden met helderheid en koelbloedige timing.”
De Cauwer sloot zijn analyse af met voorzichtig optimisme en herinnerde fans en critici eraan dat de Belgische talentenpool nog steeds elitair is – en dat deze generatie nog tijd heeft om het goed te doen.
“Er is geen reden tot paniek. De lessen zijn simpel: race niet vanuit emotie. Vertrouw op de benen, vertrouw op het plan. De regenboogtrui gaat niet over wie hem het liefst wil – het gaat over wie hem slim wil.”
Zoals altijd dragen de woorden van José De Cauwer de wijsheid die hij door tientallen jaren ervaring heeft opgedaan – en zelfs in teleurstelling biedt zijn inzicht richting aan een land dat wielrennen ademt.
Want in België is elke nederlaag niet zomaar een verlies – het is een les. En weinigen vertellen het verhaal van die les beter dan José De Cauwer.